Zeven jaar geleden was hij gescheiden van zijn vrouw. Het huwelijk kende vanaf het begin tegenwerking vanuit de familie. Haar familie was niet blij met hem vanwege zijn openlijk lesbische zus. Zijn familie niet vanwege de verslavingsproblemen van haar vader.
Samen kregen ze een zoon en verhuisden van Amsterdam naar Purmerend. Een hele vooruitgang, van een flat in Amsterdam naar een eengezinswoning met een tuin. Maar deze gelukkige omstandigheden mochten niet baten en het huwelijk strandde.
Zij kreeg het huis en hij de inboedel. De inboedel sloeg hij op in een garagebox. Hij leidde een zwervend bestaan. Woonde dan weer eens bij een familielid dan weer bij een kennis, soms op straat en soms in een daklozenopvang. Door gebrek aan inkomsten kon hij de box niet meer betalen. Die werd ontruimd en zijn spullen werden vernietigd of verkocht misschien. Dat wist hij niet meer.
Zijn zoon zag hij periodes met enige regelmaat en dan weer een tijdje helemaal niet. Afhankelijk van zijn leefomstandigheden en de nukken van zijn ex-vrouw. Toen zijn zoon vragen stelde over zijn lesbische tante legde hij dit open en eerlijk uit. Dat zette kwaad bloed bij zijn ex-zwagers die hem beschuldigde van kindermishandeling.
Drie rechtszaken later was het contact gelukkig weer genormaliseerd. Hij bracht trouw zijn zoon op woensdag en zaterdag naar de voetbalclub, waar hij ook woonde en hoever hij ook moest reizen. Op de voetbalclub sprak hij soms met zijn ex-vrouw waardoor alles in rustiger vaarwater kwam.
Alles ging beter, hij zat in de lift. Hij woonde in een flat in Amsterdam-Noord, illegaal in onderhuur, maar voorlopig had hij even iets voor zichzelf. De sporen van een recent ontmantelde wietplantage waren nog zichtbaar. Ik zag een soort zwart teer op de muur en in de vloer talloze kleine gaatjes.
Daar sprak ik mijn nieuwe cliënt voor het eerste en vertelde hij mij in rap tempo van de tegenslagen die hem hadden getroffen.
Ambulant begeleider