Een dinsdag in de verslavingszorg: de dood, conflicten en veel medicijnen

Een dinsdag in de verslavingszorg: de dood, conflicten en veel medicijnen


Dak en thuislozen
Psychiatrie
Verslavingszorg

De porto gaat aan. Via de porto kan ik opgeroepen worden als een crisis zich voordoet. Dan wordt van mij verwacht dat ik alles laat vallen en me naar de plaats des onheils spoed. Ik ben er klaar voor, mijn dag begint.

Meneer B is overleden, een hartstilstand. Hij werd door een collega gevonden in de douche. Meneer B was nog niet zo lang geleden op straat gezet en belande bij ons in de woonvoorziening voor daklozen. Op de vaste tijdstippen kwam hij zijn methadon halen. Toen hij niet kwam moest er wel iets aan de hand zijn. Nu is meneer B er niet meer en zoals dat dan gaat, alles gaat door. Ik pak mijn routine weer op.

Ik loop naar de afdeling wonen, porto stevig op de heup. Ik instaleer me in de ruimte van de woonbegeleiders. Het komende uur komen cliënten medicatie halen. Methadon, psychofarmaca en medicijnen voor diabetes en COPD.
Ik spreek kort met meneer T. Hij is ondervoed. Zegt vaak over te geven maar geen van de begeleiders heeft ooit braaksel gevonden. De situatie is inmiddels zo precair dat de zorg opgeschaald is. Dat betekent dat hij naar een gespecialiseerd verpleeghuis gaat waar problematiek op het snijvlak van verslaving, geriatrie en psychiatrie wordt behandeld. Hij lijkt zichzelf nog te moeten overtuigen dat dit goed is en dat hij daar regie over heeft. Zegt graag aan te willen komen, maar toch ook weer niet. Opname zou hem afgeraden zijn, maar hij kiest nu toch echt voor zichzelf. Gebruik van drugs is in het verpleeghuis niet toegestaan, maar ik wil er wel graag heen om aan te sterken. Het is zíjn keuze. Ik complimenteer hem met die keuze.
Na een uur  zijn enkele cliënten hun medicatie nog niet komen halen. De woonbegeleiders trommelen deze mensen alsnog op en uiteindelijk klop ikzelf nog bij een paar cliënten aan.

Na deze medicatieronde bemoei ik me met cliënt Z. Deze dame krijgt drie maal per week nierdialyse en heeft longkanker. Ze is in de laatste fase en gaat naar een hospice. Dat was in kannen en kruiken en nu haakt het hospice af. Zij zien een verslaafde vrouw in het hospice niet zitten. Vrezen problemen als ze trek in drugs krijgt. Ik maak afspraken met het hospice onder welke voorwaarden een plaatsing wel kan. Ik betrek de verslavingsarts erbij. We komen tot de afspraak dat er elke dag een verpleegkundige langskomt en dat als mevrouw ‘trek’ krijgt de methadon wordt verhoogd. Mevrouw Z kan alsnog naar het Hospice.

Daarna spoed ik me naar het overleg van het FACT team. FACT staat voor ‘Flexible Assertive Community Treatment’. Met behulp van de FACT-methodiek is het mogelijk om mensen met ernstige psychiatrische problematiek in de eigen omgeving te begeleiden en behandelen. In een multidisciplinair overleg bespreken we de crisis gevallen.
Vaak vloeit er uit dit overleg werk voort. Ook nu. Twee cliënten die in de opvang verblijven hebben ruzie gehad. Het is niet duidelijk waar het over ging maar bij de ruzie werd een van de cliënten fysiek. Dat heeft geleid tot zijn schorsing en betekent voor deze man dat hij de straat weer op moet.  Fysieke agressie wordt zwaar bestraft. Normaal duurt zo’n schorsing enkele weken. In dit geval niet. Een van de collega’s geeft aan dat de andere cliënt een fors aandeel heeft gehad in het incident. De man kan enorm ‘zuigen’, aldus de collega. Een schorsing voor meerdere weken zou disproportioneel zijn. We besluiten dat er een drie-gesprek komt. Uitgangspunt; hoe kunnen de heren op een veilige manier in de opvang verblijven. Zonder gedoe, zonder ruzie en agressie. Gaat dat gesprek goed dan wordt de schorsing opgeheven.

Na het overleg besteed ik een half uurtje aan mijn registratie. Wie heeft er wel zijn medicatie gehad, wie niet. Tussendoor waait er een cliënt aan met een vraag over zijn inhaler en de medicatie van een andere cliënt is niet goed geleverd. Belletje hier, belletje daar en dat is ook weer opgelost.

Ik bel met een cliënt die hoogzwanger is. Zwanger en verslaafd. Ze gebruikt methadon en test soms nog positief op harddrugs. Een batterij aan instanties is bij haar betrokken. Dat maakt haar achterdochtig. Ze wordt nauwlettend in de gaten gehouden, alles wat ze doet komt onder een vergrootglas. Ze heeft het gevoel dat als zij een afspraak niet nakomt er een kruisje achter haar naam komt en daarmee de kans dat haar kindje afgenomen wordt vergroot. Terwijl andere instanties hun afspraken op het laatste moment afzeggen. Dat voelt oneerlijk. Mijn rol is eenvoudig. Ik sta haar bij, ben steunend, beantwoord vragen (deze keer over bekkenstabiliteit) en zoek dingen voor haar uit. Bel nog even met arts over die bekkenstabiliteit, bel de zorgverzekeraar om te weten hoe dat zit met de vergoeding voor behandeling.

Er is onenigheid met meneer L. Meneer leeft in een isolement. Hij heeft zijn twee honden en kat weg moeten doen omdat het te duur is. De dieren zijn naar het asiel gegaan. Hij mist ze verschrikkelijk.
Meneer L wordt drie maal week bezocht en krijgt zijn methadon thuis. De eerste portie moet hij dan verplicht in ons bijzijn innemen. Dat is protocol. De andere porties neemt hij dan zonder toezicht in. Hij wil dat niet. Hij wil die eerste portie spreiden, daar voelt hij zich beter bij, zegt hij. De collega weigert dat en neemt de methadon mee terug. Dit moet nog opgelost worden.
Een andere cliënt heeft me net laten weten dat het contact met de vrijwilliger van het maatjesproject haar niet beviel. Althans; het leverde enorm veel stress op. Deze mevrouw leeft in de waan dat ze vreselijk stinkt. Ze denkt dat iedereen het daarover heeft. Een enorme belemmering in sociale contacten. Nog niet het juiste moment voor een maatje. Ik bel het project om het maatje af te zeggen. Dan denk ik aan meneer L. Kan dit maatje niet aan hem gekoppeld worden. Dat kan. Wie weet haalt het hem uit zijn isolement en normaliseren de verhoudingen.

En dan is het nog maar middag. Gelukkig blijft de portofoon vooralsnog stil en weet ik dat het er vanmiddag  kalmer aan toe gaat. Medicatie uitzetten, middagmedicatie verstrekken. Dan instaleer ik me bij de heroïneverstrekking. Met een collega zit ik in een ruimte achter een raam. Aan de andere kant van het raam de ruimte waar de heroïne gebruikt wordt. De gebruikers melden zich en wij verstrekken. Ze gebruiken de heroïne ter plaatse. Dit is voor mij best ontspannen. Onderwijl kan ik wat administratie doen, radiootje aan.

Aan het eind van de dag een coachingsgesprek. De coaching en begeleiding van nieuwe collega’s ligt in mijn handen. Daarna kan de porto af en zit mijn dag erop.

Verpleegkundige

Suggesties


Een maatpak

Na een tijd gewoond te hebben binnen onze voorziening, was voor een van de bewoners de tijd gekomen om door te stromen. Wij, medewerkers en medebewoners, waren nog niet overtuigd van een stevige basis aan (actieve) eigenschappen die nodig zijn om deze stap te kunnen zetten. We kwamen op het…

Lezen

Levenswandel

Zeven jaar geleden was hij gescheiden van zijn vrouw. Het huwelijk kende vanaf het begin tegenwerking vanuit de familie. Haar familie was niet blij met hem vanwege zijn openlijk lesbische zus. Zijn familie niet vanwege de verslavingsproblemen van haar vader. Samen kregen ze een zoon en verhuisden van Amsterdam naar…

Lezen

Luizenmoeder

Regelmatig controleer ik de kinderen in de klas van mijn zoon op hoofdluis. Luizenmoeder heet dat. Een bekend fenomeen voor ouders die kinderen hebben in de schoolgaande leeftijd. Zo nu en dan is er uitbraak van hoofdluis. Als ik zo die kinderen aan het napluizen ben moet ik terugdenken aan…

Lezen